De aan het Arnoudinaplein woonachtige René Merckx is waarschijnlijk de enige geschiedkundige ter wereld die zijn visie op de geschiedenis van zijn woonplaats via lantaarnpalen aan het publiek kenbaar moet maken. Een bekende uiting van zijn hand is onder andere “Eindhoven, oudste stad van Nederland”.

Al in 1969 liet hij van zich horen. Bij de aanleg van de A2 ten zuiden van Eindhoven deed hij een naar nationale maatstaven belangrijke vondst: de opgraving van een 8000 jaar oude nederzetting, een kampplaats van 25 bij 25 meter op de Groote Heide. Deze is gelegen ten zuidoosten van knooppunt Leenderheide, daar waar de gemeenten Eindhoven, Geldrop en Heeze aan elkaar grenzen. Deze midden-steentijd nederzetting was gelegen aan de rand van een waterrijk gebied met een kilometers lang ven, het Huisven. In de jaren dertig is dit ven in cultuur gebracht; we spreken nu van Huisvenakkers. Het water van het riviertje de Tongelreep, waarvan de oude waterloop door Gijzenrooi liep, hield dit ven op peil.
De oudste bewoners van ons land trokken in kleine groepen rond, de kuddes achterna, en sloegen hun kamp op bij plaatsen waar gejaagd kon worden en vruchten en eetbare planten werden verzameld. We noemen deze mensen dan ook jagers-verzamelaars. De rendierjagers uit de laatste ijstijd zijn daarvan het bekendst. De moerasgronden van de Gijzenrooise Zegge tussen Geldrop en Riel vormden een gunstig gelegen jachtgebied.
De eerste berichten over de aanwezigheid van een kampplaats uit die tijd stammen echter al uit 1954.

Omstreden aanname

René Merckx, amateurarcheoloog

René Merckx, amateurarcheoloog

Maar René Merckx gaat verder met een omstreden aanname. Op slechts één kilometer noordwestelijk van de opgegraven nederzetting, in de bossen tussen ons Kanunnikensven en de snelweg A67, vermoedt hij de aanwezigheid van een prehistorisch grafveld. Tot voor enige tijd wezen houten richtingaanwijzers bij de ingang van de bossen u globaal de weg naar de vermeende grafheuvels.
Dit uitgebreide grafveld van 65 hectare is van jongere datum dan de nederzetting, mogelijkerwijze 6000-5000 jaar oud, en behoort daardoor bij de latere bewoners van het kampement. René Merckx omschrijft het als een ‘Necropool uit de Oudheid’. Al wandelend door de bossen zal u een onverwachte accentuering van het landschap zeker niet ontgaan. Deze Stratumse Heide lag hoog en droog en op korte afstand van waar men woonde. Zand was in voldoende mate aanwezig om er hun doden een haast statige begraafplaats te kunnen verschaffen. Meer dan zestig grafheuvels, groot en klein, veelal gegroepeerd om een centraal gelegen hoofdgraf, behoren tot deze dodenstad.
Niet alle grafheuvels werden als begraafplaats gebruikt. De meeste grafheuvels, ook de bekende grafheuvels in Oerle, ten westen van Eindhoven, hebben geen doden uit die tijd geborgen. Mogelijkerwijze zijn ze eerst gebouwd om pas later als graf dienst te doen. In ieder geval zijn er in de omgeving van Eindhoven grafheuvels opgegraven waarin wel resten van de doden uit die tijd gevonden werden. Grafheuvels met urnen met daarin overblijfselen van een gestorvene. Ook werden de doden in een soort kist begraven en zo in een heuvel ter aarde besteld.

“Gewone zandopstuivingen”

De locatie van de vermeende grafheuvels op de Stratumse Heide. Op bijgaande kaart zijn de vermeende grafheuvels als zwarte vlekken ingetekend. Bovenin de kaart vindt u de school 'de Reis van Brandaan' op het kruispunt van het Kannunikensven, Heezerweg en Hazenloop. Ook ziet u de drie vennetjes op de Stratumse Heide ( Kannunikesven, Rietven en linksonder het Karperven). Geheel linksonder is nog juist een stukje van het knooppunt Leenderheide zichtbaar.

De locatie van de vermeende grafheuvels op de Stratumse Heide.
Op bijgaande kaart zijn de vermeende grafheuvels als zwarte vlekken ingetekend.
Bovenin de kaart vindt u de school ‘de Reis van Brandaan’ op het kruispunt van het Kannunikensven, Heezerweg en Hazenloop.
Ook ziet u de drie vennetjes op de Stratumse Heide ( Kannunikesven, Rietven en linksonder het Karperven).
Geheel linksonder is nog juist een stukje van het knooppunt Leenderheide zichtbaar.

De aanwezigheid van die grafvelden wordt door professionele archeologen, onder wie de Eindhovense stadsarcheoloog Nico Arts, ontkend. Arts: “We hebben elf jaar geleden al samen gezocht naar die grafvelden, maar ze zijn er niet. Het zijn gewoon zandopstuivingen.” Grafheuvels bestaan altijd uit gestapelde heideplaggen en zoiets is volgens Arts in de bodem te herkennen. “Bij boringen die we hebben gedaan is alleen geel zand naar boven gekomen.” Het gebied ten zuidoosten van het knooppunt Leenderheide is omwille van grafvelden daarentegen wel beschermd als archeologisch monument.

Samen met een opgegraven nederzetting bij Usselo in Twente behoort de bovengenoemde 8000 jaar oude nederzetting aan de Huisvenakkers, al dan niet met grafvelden, tot de oudste bewoning van Nederland. Maar Eindhoven, dat pas in 1232 door Hertog Hendrik van Brabant stadsrechten verkreeg, hiermee het predikaat oudste stad van Nederland op (lantaarnpalen) te plakken, is te veel stedelijke eer.

 

 

 

 

Tekst: Henk Lingers