Evenals Gijzenrooi behoorde ook het aloude gehucht Riel tot 1972 bij de gemeente Geldrop. Het was een van de zes gehuchten die deel uitmaakte de voormalige gemeente Zesgehuchten. Klein in omvang maar ontwapenend en charmant. Je loopt even de wijk uit en gaat voor je gevoel honderd jaar terug in de tijd.
Momenteel is Riel een beschermd dorpsgezicht op basis van artikel 20 van de Monumentenwet. Het vertoont de kenmerken van een voor de Brabantse zandgronden typerend akkerdorp. Opvallend is zijn landschapsstructuur van kleinschalige akkers en de beplanting van wegen en erven. De voor dit dorpstype kenmerkende groepering van boerderijen rond een driehoekige pleinruimte, de plaatse, is in Riel nog duidelijk herkenbaar. Ook de bebouwing is nog voor een belangrijk deel van historische waarde.
Historie
De oudste gegevens van deze typische beekdalnederzetting gaan terug tot de late middeleeuwen. De oudst bekende schriftelijke vermelding van Riel dateert uit het begin van de veertiende eeuw. De plaatsnaam Riel (Ryele) lijkt te verwijzen naar de ontginning in een bos- of rietrijke omgeving, dan wel naar een waterloop ter plaatse.
De oudste bebouwing van Riel treffen we aan op het zuidelijkste gedeelte, een hooggelegen dekzandrug die bekend stond als de Donck. Het gebied werd doorkruist door het beekje de Lakerloop, wat tegenwoordig niet meer is dan een droge sloot.
Op de Donck lagen vanaf 1300 twee hoeven van de tafel van de Heilige Geest (Armbestuur) van Den Bosch. Er lag zelfs een grote graanspijker die gebruikt werd voor de opslag van de graanopbrengsten van diverse andere Heilige Geesthoeven in de naaste omtrek. Van dit grote bouwwerk is echter niet meer over dan de gracht.
Historisch gezien vormde het jaar 1583 een belangrijk moment in de geschiedenis van Riel. In dat jaar stonden de troepen van graaf van Mansvelt voor de wallen van de stad Eindhoven. De graaf had opdracht gekregen van de hertog van Parma om Eindhoven weer in handen te brengen van Spanje. Het beleg duurde drie maanden en voor dat doel werd een groot gedeelte van Riel gesloopt.
Oorspronkelijke bebouwing
De Geesthoeven
De twee Heilige Geesthoeven moeten zeer bijzondere gebouwen zijn geweest. Een hoeve bestond nog aan het einde van de negentiende eeuw. Het grondplan van die hoeve leek op dat van een Limburgse gesloten hoeve. Achter dit pand lag de Weijer, een grote visvijver.
De twee pachthoeven zijn ontstaan door de splitsing van een hier in de twaalfde eeuw gevestigde Einzelhof, een op initiatief van adel of klooster gestichte grote en ver van de bestaande kern verwijderde boerderij.
Speelhuis
Een ander markant gebouw in het oude Riel was het Speelhuis. De naam het Speelhuis komen we voor het eerst omstreeks 1700 tegen. Het gebouw behoorde tot de Heilige Geesthoeven. In die tijd verkocht het Bossche armbestuur dit gebouw en de hoeven aan de Eindhovense familie Van Mierlo.
Het speelhuis was een jachthuis waaraan het waarschijnlijk ook zijn naam dankt. Het huis is als zodanig nooit bewoond geweest met uitzondering van een korte periode in de negentiende eeuw toen de paters van het latere Eikenburg er onderdak vonden.
Rondom het Speelhuis lag een grote gracht die zich zelfs uitstrekte tot voor het gebouw. Daar moest men een brug over, vervolgens een trap op en zo kon men het huis betreden. In 1825 werd het beschreven als het beste huis op Zesgehuchten. Het oorspronkelijke gebouw bevatte beelden aan de buitenzijde en oude schilderingen aan de binnenzijde. In 1887 werd het Speelhuis ingrijpend tot boerderij verbouwd. Deze brandde in 1945 af en de huidige boerderij verraadt niets meer van het ‘slotje van Riel’.
Het verhaal doet de ronde dat het Speelhuis van Riel en de hoeve door een onderaardse gang met elkaar verbonden waren. Bij de brand van 1945 werd onder in de kelder de ingestorte aanzet van deze gang gevonden.
De kapel van St. Antonius Abt
Aanvankelijk trokken de inwoners van Riel naar de kerk te Geldrop. Aan het einde van de vijftiende eeuw werd in het zuidelijke gedeelte van Riel, nabij de Lakerloop, een kapel gebouwd, die gewijd zou worden aan Antonius Abt. Dit kerkgebouw moet vrij groot zijn geweest, aangezien het drie altaren bevatte. In 1648 werden de kerk van Geldrop en de kapel van Riel in beslag genomen door de protestanten. De beelden die toen in de kapel stonden, vonden een veilig onderkomen bij de boeren van dit gehucht. Zij kwamen pas rond 1900 weer boven water.
In het begin van de negentiende eeuw is de kapel vervallen en ten dele verbouwd tot boerderij. Het rechte pad dat vanaf de kapel naar de kerk in Geldrop leidde, bestaat nog steeds.
Het huidige riel
Vanaf 1750 verschuift de bebouwing op Riel meer in de richting van de Rielse dijk. De nabij de Heilige Geesthoeven gelegen huizen werden gesloopt en niet meer opgebouwd, terwijl twee andere huizen onbewoond bleven.
Centraal in het nieuwere noordelijke gedeelte van het gehucht ligt een eikenweide, een grassig dorpspleintje met een brand- of drenkkuil. Het is een van de oudste Frankische driehoeken rond Eindhoven. Rond het plein liggen de karakteristieke langgevelboerderijen. Deze boerderijen liggen op korte afstand van elkaar met de lengteas evenwijdig aan de straat.
In 1845 telde Riel 24 huizen en bood het onderdak aan 150 inwoners.
Vrijwel de gehele huidige bebouwing van Riel staat op plaatsen waar in het verleden al lemen boerderijen in dezelfde stijl stonden. Echt oude boerderijen zijn er betrekkelijk weinig over doordat Riel tweemaal door brand werd geteisterd. Op 31 maart 1876 brandden in korte tijd vijf huizen af. Het ging om de huizen die aan de zuidzijde van de Rielse dijk lagen. Op een van die huizen, Riel 2, lezen we nu nog het jaartal 1876 als datum van herbouw. Een jaar later brak opnieuw brand uit in Riel. Daarbij werden twee boerderijen in as gelegd.
In 1886 liet de weduwe van de kasteelheer van Geldrop, vrouwe Hoevenaar, nog enkele boerderijen op Riel bouwen.
Op 12 april 1923 werd dezelfde hoek opnieuw getroffen door een brand. Ditmaal brandden twee boerderijen geheel af en diverse andere werden beschadigd. Een boerderij verscheen niet meer op de oude huisplaats, maar werd op een andere plaats opgebouwd. Dit is de eerste boerderij aan de rechterzijde vanuit Geldrop.
Beschermd dorpsgezicht
Naast Riel als beschermd dorpsgezicht zijn ook drie boerderijen in Riel tot Rijksmonument benoemd. De boerderijen vormen samen met andere de kern van het huidige gehucht Riel.
Riel 2
De boerderij op Riel 2 is herbouwd in 1876, wat vast te stellen is door de jaarankers die tegen de zijgevel zijn aangebracht. Het is een typisch Kempense langgevelboerderij. Ze heeft een zadeldak met wolfseinden, gedekt met blauwe verbeterde Hollandse pannen. De gevelindeling is regelmatig met empire-ramen in het woonhuis. De luiken ontbreken. De inrijpoorten zijn getoogd. De schuur heeft eveneens een met pannen gedekt wolfdak.
Riel 13
Deze Kempense langgevelboerderij met authentieke voorgevel is in 1882 gebouwd. Op deze plaats lag voor die tijd geen boerderij. Ze is goed gerestaureerd. De boerderij wordt gekenmerkt door een zadeldak met riet en blauwe Oudhollandse pannen. Ook hier zijn in het woongedeelte vensters aangebracht met zesruits schuiframen en luiken. Op het erf staat een stenen schuur, een houten karrenschop en een bakhuis.
Riel 14
Deze boerderij is gelegen op de plaats van een vermoedelijk zeventiende eeuwse boerderij. De huidige boerderij werd tegelijk met Riel 1 bij de brand van 1877 verwoest. Ze werd echter weer in de oorspronkelijke stijl herbouwd, zodat zij momenteel eigenlijk een van de oudste boerderijen in Riel is. Interessant bij deze boerderij is het bakhuis en de houten karrenschop. Binnen in de “goei kamer” is nog een oude schouw aanwezig. De boerderij is zowel van buiten als van binnen nog vrij gaaf.
Deze Kempense langgevelboerderij heeft een wolfdak gedekt met riet en pannen. De gevelindeling is authentiek en heeft 20-ruits schuiframen in het woonhuis met luiken. De stal- en schuurdeuren zijn getoogd.
Tekst: Henk Lingers