De Vennen van Gijzenrooi

In Gijzenrooi zijn alle straatnamen genoemd naar een ven.

Het ven waaraan u woont heeft zijn naam ontleend aan een van de bestaande vennen in Brabant – en een enkele in Limburg – op een tweetal vennen na, die in de vorige eeuw zijn drooggelegd in een tijd toen natuur ondergeschikt was aan landbouw en nu dus verdwenen zijn.

Misschien vraagt u zich af hoe ‘uw’ ven er als natuurgebied uit ziet, waar het ligt en hoe het aan zijn naam komt. Daarom heb ik een poging ondernomen om alle vennen te beschrijven.

Helaas zijn alle straatnamen niet even correct overgenomen van de oude veldnamen. Dat is niet erg als het gaat om Hassel(s)ven of Greve(n)schutven, maar het is jammer als met de naam ook de betekenis verandert zoals bij Meerbergsven/Meelbergsven of Raatven/Raadven, want zo’n oude historische vennennaam is soms al honderden jaren oud.

Als je het leuk vindt leuk om je ‘eigen’ ven eens te bezoeken, kun je via de fiets- en wandelknooppunten die over heel Brabant uitgerold zijn wellicht een mooie route uitstippelen. Kijk eens op visitbrabant.nl                                                                           

Berkven

Het Berkven ligt in de driehoek Middelbeers-Vessem-Westelbeers.

Het is een van de mooiste vennen van de Kempen. Liggend op de Landschotse hei weerspiegelt het – slechts onderbroken door een paar pollen hoogveen – vanaf de bosrand op een prachtige manier de lucht.

Bij windstil weer, ’s zomers of ’s winters, bij heldere hemel of bij een dreigende bui, is het een plaatje om te zien. Wie wil er eens een foto van maken bij volle maan en heldere hemel?

Hoe je bij dit prachtige ven komt?

Als je vanaf Middelbeers richting Vessem gaat, de Kuikseindseweg in en net voorbij camping “Kempenzoom” rechtsaf de zandweg aan de bosrand inslaat, zie je aan het eind van het bos het Berkven liggen.

Op de moerassige Landschotse heide liggen ook nog enkele andere mooie vennen, zoals de Keijenhurk (‘hurk’ is laaggelegen grond), het Kromven en Wit Holland. Prachtig om een wandeling te maken.

Biesven

De naam Biesven komt vaker voor. Het bekendste Biesven ligt op de Leenderhei. Hoe het aan zijn naam komt is niet moeilijk te raden; het ven is omgeven door de vochtminnende biezen die vrij algemeen voorkomen. Voor een wandeling of een fietsroute over de Leenderhei naar het Biesven is de Achelse Kluis een goed startpunt en een nog beter eindpunt. Ga vanuit de Kluis de asfaltweg naar de Leenderhei op, de Petrus van Eijnattenweg. Nadat je zowel links als rechts een ven gepasseerd bent – dit zijn het Klein- en het Groot Kraanven – kom je na ongeveer 2 km bij een bosrand. Ga hier linksaf een zandpad in en na ongeveer 800 m vind je aan je linkerhand het Biesven.

In de buurt van Duizel ligt ook nog een Biesven, maar is een tijd geleden ‘gepromoveerd’ tot visvijver. Het ligt aan de rand van een industrieterrein aan de Biesvendreef, een weg die evenwijdig loopt aan de afrit 30 van de E3 (A 67) naar het gelijknamige E3 strand, tegenwoordig landgoed Duynenwater.

Even ten noorden van Borkel ligt nog een ven dat Biestven heet, een klein vennetje links van het fietspad van Borkel naar de Malpie bij Valkenswaard. Je vindt het in de buurt van de eerste bocht naar rechts.

Bunderkensven

Naar de plaats van het Bunderkensven is lang gezocht. Via noest speurwerk en het aanboren van allerlei bronnen is de plaats eindelijk teruggevonden.

Eerst werd vermoed dat een paar vroegere vennetjes aan de Bunderse straat in Tilburg de naamgevingsbronnen waren voor deze straatnaam, maar later bleek dat het Bunderkensven veel dichterbij ligt, n.l. in Waalre, ten zuiden van de Willibrorduslaan, ruwweg tussen het gemeentehuis en de speeltuin ‘de Klimbim’. De buurt heette vroeger de Buunders. Niet alleen op de kaart was het flink zoeken geblazen, maar ook in het terrein is het lastig te vinden.

Komend vanaf de Eindhovenseweg de Koningin Julianaweg in en bij het gemeentehuis linksaf de Lissevenlaan in. Rechtdoor de Molenvenlaan in en aan het eind bij een parkeerplaatsje ligt een half verland ven, het Molenven. Rechtdoor lopen en het fietspad oversteken, je komt nu op het Buunderspad.  Daarna het tweede pad rechtsaf bij wandelknooppunt 3 nemen, richting  knooppunt 47. Pak het eerste pad links en je komt uit bij een open terrein. Ga hier rechtsaf, vlak langs de bosrand.  Als je iets verder loopt, zie je in ’t bos een aantal poelen, eilandjes en schiereilandjes. Dit is het restant van het Bunderkensven. Het ligt naast het terrein van de houtwallenwerkgroep. Via de Blokvenlaan kun je er ook komen, maar de poelen zijn van daaruit moeilijker te zien en te bereiken.

Diepmeerven

Of ook wel het Diepe Meerven ligt vlak langs de A2 tussen de afslagen Valkenswaard en Leenderheide. Het ligt midden op de zgn ‘Groote Heide’.

Bij het Diepe Meerven hoort nog een ander ven, n.l. het Droge Meerven, wat ernaast ligt. Het Droge Meerven – de naam zegt het al – heeft niet veel water. Het is een moerassig gebied met biezenbegroeiing. Het Diepmeerven heeft nog een flinke oppervlakte water, hoewel je kunt merken dat ook dit ven langzaam verdroogt.

De hut van Mie Pils is een goed uitgangspunt voor een fietstocht. Het viaduct over en dan het eerste fietspad rechtsaf bij knooppunt 79, richting knooppunt 52. Bij een klein ven midden op de heide langs het fietspad staat een bank. Stap hier even af en loop over een knuppelbruggetje dat je met droge voeten over het Droge Meerven voert, en volg het pad tot het Diepmeerven.

Vanaf Heeze, via Heezerenbosch loopt het fietspad er ook langs, maar dan in omgekeerde richting.

Eendenven

Dit ven ligt niet in Brabant, maar in Limburg bij Weert, langs de Zuid-Willemsvaart, ter hoogte van sluis 16 bij het zwembad ‘de IJzeren Man’, niet te verwarren met het zwembad met dezelfde naam bij Vught.

Je vindt er de Grote IJzeren Man en de Kleine IJzeren Man, een klimbos en een kinderboerderij in het Grenspark Kempenbroek.

In een natuurpark met allerlei wandelroutes liggen 4 vennen, de Kleine IJzeren Man, het Zwanenven, het Eendenven en het G… nee niet het Ganzenven, dat zou te mooi zijn, die kun je vinden bij Oss en Oisterwijk, maar het Geurtsven.

Het Eendenven is het laatste van de 4 vennen vanaf de ingang, het is wat verder lopen maar heeft als compensatie een populatie eenden (!), een picknicktafel en banken. Voor wie eendjes voeren eindeloze bezigheid is gaat met vader, moeder, opa en oma, óp naar het Eendenven.

In een natuurpark horen vanzelfsprekend allerlei wetenswaardigheden over de vennen en hun bewoners, zoals salamanders en padden; de kleur van het water, de heide en het stuifzand.

Alles is er aanwezig, maar niet al te uitgestrekt. Natuur in miniatuur.

Voorbij het Eendenven ligt nog een grote waterplas. Dit is geen ven, maar is vroeger ooit uitgegraven. Aan de graafmachine is de naam IJzeren Man ontleend.

Eijerven

Dit ven ligt in het landgoed Valkenhorst ten noorden van de weg Valkenswaard-Leende en ten westen van de A2. Het ven heeft zijn naam gekregen door zijn vorm, evenals het in de buurt gelegen Brilven, dat uit twee gedeelten bestaat, die met elkaar verbonden zijn door een smalle reep water.

Het Eijerven lag vroeger zowel in de gemeente Heeze als in de gemeente Leende, omdat de vroegere gemeentegrens er dwars doorheen liep.

Een leuk startpunt voor een bezoekje is de parkeerplaats aan je rechterhand tussen Valkenswaard en Leende, bij fietsknooppunt 53 aan het begin van het Leenderbos. Begin met een ijsje van de ijscowagen die hier ’s zomers in het weekend staat. Als je de weg oversteekt en het fietspad naar Heeze volgt, richting knooppunten 80 en 20, zie je na pakweg 2 km het Eijerven aan de rechterhand liggen, zo’n 500 m. voor het viaduct over de A2. Iets eerder op de route vind je een (picknick) tafel met een tot dromen uitnodigend uitzicht over de hei. Neem een van de zijpaden rechts de hei op en je kunt er fantastische wandelingen maken.

Grevenschutven

Het Greve(n)schutven ligt ongeveer midden in de driehoek Valkenswaard-Leende-Aalst. Een klein stukje ten westen van de A2 naar Maastricht en ongeveer halverwege de hut van Mie Pils en restaurant Jagershorst aan de weg Valkenswaard-Leende. Het Greveschutven zelf is helaas niet toegankelijk.

Het ven heeft een verbinding met de visvijvers die oostelijk van Valkenswaard liggen. Hier stroomt de Tongelreep doorheen. Een riviertje werd vroeger vaak door een ven geleid omdat het water in de vennen van nature voedselarm is en zodoende weinig te bieden heeft voor de vissen. Een beek of riviertje is wel voedselrijk, vandaar. Vis was nodig voor de vrijdagse vastendag, zodat dat de natuur een handje geholpen werd door de eigenaren (vaak kloosters of de adel) om de visstand te verbeteren.

Het water van de Tongelreep wordt ook nu nog naar het ven geleid, waar het geschut of opgestuwd wordt. Er is een viskwekerij met een stelsel van sloten, stuwen en visvijvers, die samen met het ven één complex vormen. De visvijvers zijn poelen die honderd jaar geleden uitgediept zijn. Het ven is veel ouder en staat al op oude kaarten rond 1600 aangegeven.

Omdat Greven ook ‘van de graaf’ kan betekenen en een schut een stuw of sluis is, leek de naam Grevenschutven erg verklaarbaar, maar er is ook  een betere lezing. De naam Grevenschutven is een verbastering van Grevens hut ven, het ven bij de hut ( kroeg of herberg in het buitengebied) van de familie Greven. Of hiermee de latere Heezerhut bedoeld wordt, (nu een boerderij) die ten zuiden van het ven  ligt, is niet zeker.

De Aalsterhut – nu de hut van Mie Pils –  maakt ook aanspraak op de oude naam Grevens Hut.

De visvijvers zijn nu natuurgebied geworden. Sommige zijn te voet bereikbaar vanaf de weg Valkenswaard – Eindhoven via het Philips de Jong Wandelpark of vanaf de weg Valkenswaard – Leende ten noorden van het industriegebied Schaapsloop. Het kost wat moeite om je weg te vinden, maar er zijn mooie pittige wandelingen te maken, zonder helaas het Greveschutven te bereiken. Je kunt het ven ook benaderen door vanaf de Hut van Mie Pils naar het zuiden te lopen, maar dan loop je wel in een heel ander soort natuurgebied.

Dat was n.l. vroeger landbouwgrond, maar gaat nu op de schop om er nu een gevarieerd natuurgebied van te maken, compleet met wandelpad en uitzichtpunt. Gereed vanaf februari 2021.

Gulbergsven

Het Gulbergsven ligt op het landgoed Gulbergen tussen het bedrijventerrein Eeneind II van Nuenen en de oude compostberg van de VAM, tegenwoordig het ‘dak van Brabant’ genoemd, inclusief een golfterrein en ATB route.

Het is een mooi verstild ven en er loopt een pad omheen – op sommige plaatsen niet meer dan een eenmanspaadje – compleet met een bankje om wat te mijmeren, te luisteren naar de vogels en het gekwaak van de kikkers.

Het ven is genoemd naar de plaatselijke naam Gulle Berg. Gul zand betekent stuifzand.

De zandverstuivingen zijn er naar genoemd en het uitgestoven ven heeft de naam Gulbergsven gekregen.

Hoe kom je er? Vanaf Geldrop richting Nuenen bij de tweede rotonde Eeneind II rechtsaf (Gulberg) en dan steeds de weg blijven volgen tot vlak voor een bocht naar rechts. Aan de linkerkant is een hek met het adres Gulberg 3, maar die woning bestaat niet meer. Ga het hek door en neem het eerste pad links, het pad dat je rond het ven voert .

Je kunt ook parkeren op het parkeerterrein van de golfclub. Daarna doorlopen over het fietspad totdat je bij hetzelfde adres komt.

Breng je toevallig een bezoek aan het Dierenrijk dan is het maar een klein eindje omrijden om het ven te bezoeken. Een bezoek aan landgoed Gulbergen en omgeving is goed te doen met een fietstochtje vanuit Gijzenrooi.

Hasselsven

Er is niet één Hassel(s)ven, maar er zijn er een heleboel. In het Leenderbos, ligt een zevental vennen, die de Hasselsvennen heten. De naam is waarschijnlijk afgeleid van hasselt, wat een oude schrijfwijze is voor hazelaar.

Als je van Strijp (of Leenderstrijp, zoals het vroeger heette) vanaf de Heerstraat het fietspad over de Bruggerdijk naar Bruggerhuizen – een buurtschap ten zuiden van Valkenswaard – neemt, zie je aan je linkerhand een heideveld waar deze Hasselsvennen liggen.

Maar eerst kom je in de buurt van het Klein Hasselsven, dat ook wel Klokven genoemd wordt. Het is niet zo gemakkelijk te vinden. Ga bij wandelknooppunt 51 op het fietspad linksaf richting knooppunt 58 en je komt in de buurt. Het ligt middenin een heideveldje. Dit klein Hasselven is een van de meest bijzondere vennen in Brabant.

Het is een zgn. ringven. In het midden ligt er een eiland van levend hoogveen, waaromheen een smalle ring van water loopt. Het ven is waarschijnlijk ontstaan uit een pingo, een grote ondergestoven ijsmassa uit de ijstijd, die later gesmolten is.

In het boekje ‘vennen in Noord-Brabant’ van J.H. de Bruijn wordt verteld dat vroeger in oorlogstijd de klokken verstopt werden. Om gezoek door de soldaten te voorkomen werd het gerucht verspreid dat ze in het ven gegooid waren. Volgens een legende kun je bij het ven in de kerstnacht de klokken horen luiden. Vandaar de tweede naam Klokven.

Als je de andere vennen wil bezoeken moet je bij wandelknooppunt 51 rechtdoor het fietspad blijven volgen. Een paar honderd meter na de kruising met de geasfalteerde Kluizerweg zie je links een groot heideveld. Hierop liggen de 7 andere Hasselsvennen

Het Leenderbos met de aansluitende Leenderhei zijn overigens een prachtig wandel- en fietsgebieden.  

Henneven

Dit ven ligt op het zuidelijke gedeelte van de Strabrechtse heide tussen Heeze en Someren, ten noorden van de Somerense weg en een stukje ten oosten van de Herbertusbossen achter het kasteel van Heeze.

Hoe het ven aan zijn naam komt is niet bekend, wel is het opvallend dat het naast gelegen gebied de Hoenderboom heet.

Het ven was vroeger veel groter, het ligt nu in een moerasgebied en heeft te lijden onder de droogte. Het zijn nu 3 kleine vennetjes van overgebleven. Het ligt in een beschermd natuurgebied en is jammer genoeg niet vrij toegankelijk.

Daar zouden we het bij kunnen laten, maar dan doen we de omgeving te kort, die zich schitterend leent voor wandelingen en fietstochten.

Een goed startpunt is Natuurpoort Vennenhorst aan de Somerense weg. Ga vanaf het parkeerterrein de Somerense weg richting Heeze en daarna via fiets- of wandelknooppuntenroutes rechtsaf. Je komt langs de Hoenderboompaal, een grenspunt waar vroeger de gemeenten Someren, Maarheeze, Heeze en Lierop samen kwamen. Voor wandelaars is er nog heel een mooi pad om dichter bij het Henneven te komen. Dan moet je een eindje verder doorlopen op de Somerense weg en dan rechtsaf. Dit pad is echter gesloten in het broedseizoen en het vogeltrekseizoen, resp. van 15/3 tot 15/7 en van 15/10 tot 15/11. Ook loopt er vaak een grote kudde Schotse Hooglanders die soms midden op het pad ligt.

Klein Huisven

Dit ven ligt wat verscholen in de hoek tussen twee autowegen, de A 67 naar Venlo en de A2 naar Maastricht, ruim een kilometer ten zuidoosten van het wegenknooppunt Leenderheide.

Het ven speelt wat verstoppertje, ook op de kaarten, want het verdwijnt af en toe.

In natte tijden, zoals in de herfst en winter, stijgt het waterpeil flink en is het ven duidelijk te zien aan de linkerhand als je van de hut van Mie Pils in Aalst het viaduct over gaat en via het fietspad door de Grote Heide naar Genoenhuis bij Geldrop fietst. In een erg droge zomer kan het gebeuren dat het ven helemaal droog ligt.

Op sommige kaarten staat het dan ook als een moeras aangegeven.  Deze variabele waterstand komt omdat de bodem waterdoorlatend is en geen afsluitende leemlaag heeft, iets wat bij veel andere vennen in Brabant wel voorkomt.

De naam Klein Huisven veronderstelt dat er ook een Groot Huisven is. Dit was er ook, maar is helaas verdwenen, zoals zovele vennen in Brabant. Het is na1900 op last van Baron Tuyll van Serooskerken van het kasteel Heeze ontgonnen en ‘gepromoveerd’ tot weiland, productiebos en bouwland. Het Groot Huisven lag aan de andere kant van het fietspad. In een erg natte winter stuitte ik ooit op een ‘nieuw ’ ven op een open plek in ’t bos. Het bleek een deel van het oude Groot Huisven te zijn, dat weer even acte de precense gaf.

De ontginningsboerderij ’t Huisven’ die midden op de Grote Heide ligt en de Huisvense weg in Heeze herinneren nog aan dit grote ven. De Huisvennen waren vroeger gereserveerd voor de kasteelheer van Heeze en zijn waarschijnlijk aan hun naam gekomen omdat zij bij het ‘huis’ (lees: kasteel) hoorden.

Ook tussen Oisterwijk en Boxtel ligt ten noorden van het natuurreservaat de Kampina een aantal vennen die ‘de Huisvennen’ heten.

Kanunnikesven

Het Kanunnikesven is het ven dat dichtbij Gijzenrooi in het bos achter de wijk Schuttersbosch ligt.

Het is een bijzonder ven. Middenin ligt een eiland en het aparte hiervan is dat het bestaat uit levend hoogveen, een van de weinige plekken in Brabant waar dit nog voorkomt. Het veenmos, groeit van boven aan en sterft van onderen af en vormt zo hoogveen. Het mosdek groeit maar 1 à 2 cm per jaar. Omdat het een eilandje is en het sponsachtige veenmos voor 90% uit water bestaat is het niet beloopbaar, want je zakt erin weg. Daardoor kan het ongestoord groeien en ontstaat er zo een unieke en zeldzame vegetatie. Vooral ´s winters kun je met een kijker het mosplantje goed zien.

Een van de weinige andere vennen met levend hoogveen is het Klein Hasselsven in het Leenderbos.

Het water in het ven is voedselarm, waardoor er ook bijzondere planten kunnen groeien, die je elders niet vindt, maar die aan de schrale omstandigheden genoeg hebben om het te kunnen uithouden. 

Het ven is pas in 1948 als waardevol natuurgebied ontdekt. Het was toen eigendom van Philips en is later geschonken aan het Brabants Landschap. Er zitten verschillende kikkersoorten, zoals de bruine en de groene kikker, de heidekikker en de gewone pad. Hoe het ven aan zijn naam komt is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Sommigen zeggen dat het genoemd is naar de veenbessen, rode eetbare bessen, die hier vroeger veel voorkwamen en in de volksmond kanunnikes werden genoemd.

De naam kan ook een andere oorsprong hebben. De Belgische kanunnik Triest stichtte de orde Broeders der Liefde, die zich in 1894 ook vestigden aan de Heihoef, het latere Eikenburg. Het ven ligt 1500 m hemelsbreed van Eikenburg verwijderd en kan mogelijk gediend hebben als visvijver.

Vennen die vroeger als visvijvers dienden werden ooit wel eens ´geholpen´ om wat voedselrijker te worden, waardoor er meer vis in kon leven. Soms werd er een beekje doorheen geleid, of groef men er sloten naar toe, waardoor er ´vreemd´ voedselrijk water in het ven terecht kwam.

Ook naar het Kanunnikesven zijn vroeger slootjes gegraven, waardoor er nu op de bodem een laag modder ligt in plaats van fijn zand. Het water dat er nu nog in komt is – behalve regenwater – alleen grondwater uit de omringende zandlagen en voedselarm.

Of de veenbes of de geestelijke nu de naamgever is, is niet duidelijk. Wie het weet mag het zeggen, want op topografische kaarten rond 1900 is het ven nog naamloos.

Het ven heeft ook te lijden van de droogte. In een droge zomer kan het grotendeels droogvallen.

Tja, wat is er nog meer te vertellen over het ven. Je kunt er beter niet je hond in uitlaten, hoe leuk die het ook vindt om een stok op te vissen, want pies en poep zorgen voor voedselrijk water en daar moet het ven het nu net niet van hebben.

Voor de rest: veel kijk- en wandelplezier. Er loopt een voetpad rond dus je kunt het ven en het eiland van alle kanten bekijken. Ook de andere twee vennen in hetzelfde bos zijn een bezoekje waard. Het Rietven (aan de andere kant van het grote bospad dat langs het ven loopt) is veel kleiner. In het Karperven dat je meer in de richting van het knooppunt Leenderheide moet zoeken bloeien ´s zomers de waterlelies op plaatsen waar het nog niet helemaal dichtgegroeid is. Het is wat moeilijker te vinden, maar volg de uitgezette route met blauwe markeringen, die er vlak in de buurt komt.

Kraanven

Er liggen twee kraanvennen op de Leenderhei. Je kunt ze makkelijk vinden als je van de Achelse Kluis over het asfaltpad in de richting van het Leenderbos gaat, de Petrus van Eijnattenweg op. Na het eerste bos zie je aan je linkerhand eerst het Klein Kraanven en even later aan je rechterhand het Groot Kraanven.

De vennen danken hun naam aan de kraanvogels uit Scandinavië en Rusland die hier op doortocht naar het zuiden konden foerageren. Tegenwoordig zijn er niet veel kraanvogels meer. Ze worden nog wel gesignaleerd in de Peel en op de Strabrechtse heide, waar we o.a. het Kranenmeer vinden. De kraanvennen zijn voedselarm en daardoor kennen ze een beperkte vegetatie.

Je kunt de kraanvennen met een bezoekje vereren via diverse wandel- en fietsroutes.

Over de Leenderhei lopen een aantal wandelroutes met blauwe, gele en rode paaltjes. Enkele lopen langs de kraanvennen. De infopanelen van staatsbosbeheer wijzen de weg.

De Achelse Kluis is een mooi start- en rustpunt, waar je met een heerlijke plaatselijk gebrouwde trappist kunt bijkomen van de wandeling of fietstocht over de hei of langs de vennen.

Ook in de buurt van Ommel (vlakbij Asten) is er een Kraneven. Dit ligt echter in het recreatiecentrum Oostappen en is dus geen typisch Brabants heideven meer.

Lisven

Dat de naam Lis(se)ven bijna net zo vaak voorkomt als de oeverplant zelf is wat te veel gezegd.

Ze allemaal beschrijven zou eveneens te veel zijn. Als je een van de Lis(se)vennen wil bezoeken, neem dan de auto, de fiets, de bus of de benenwagen en kijk of er een ven is dat bij je past.

Zomaar een greep uit enkele vindplaatsen in de buurt:

  • Het Lisven op de Molenheide, ten zuiden van de weg van Geldrop naar Mierlo. Tegenover de militaire erebegraafplaats is een zandweg met een parkeerplaatsje. Volg het brede pad en je loopt even later tussen 2 vennen door, het Lisven (rechts) en het Molenven (links). Beide vennen zijn aan het vergrassen, vooral het Molenven, dat nu meer een moeras is en waar het zeldzame klokjesgentiaan voorkomt. Als je vlak voor deze vennen rechtsaf slaat kom je op een hoogte terecht en kun je het Lisven prima overzien. Het is natuurgebied en daarom afgerasterd.

Bij het andere ven, het Molenven ligt de Molenberg. Hier stond lang geleden een molen, de naamgever van het Molenven en de Molenheide; nu is er een replica geplaatst, maar het is wel een eindje lopen want het ligt aan de andere kant van het langgerekte ven.

Ook is er op de Molenheide rond de jaren 20 van de vorige eeuw een lustoord gebouwd voor de hoge heren van DAF en Philips, compleet met restaurant en een vliegveld, ruim 10 jaar voordat Welschap aangelegd werd.

Het lustoord lag bij het Galgeven aan de andere kant van het Lisven en is inmiddels ontmanteld.

Het terrein maakt nu deel uit van het particuliere landgoed Reigerslo en is niet toegankelijk.

  • Het Lisven op de Strabrechtse Heide, ten noorden van de weg van Heeze naar Someren.

Je moet het zoeken in de buurt van het Beuven, dat het grootste ven van Europa is. Naast het Beuven ligt het Starvan en weer daarnaast het Lisven. Het is een klein ven en staat op de meeste kaarten zonder naam vermeld. Niet zo’n bijzonder ven, blijkbaar. Maar wat wel bijzonder is, dat hier in de buurt in de oorlog een onderduikerskamp was van verzetsstrijders en geallieerde piloten. Even googlen op ‘onderduikersroute’ en je vindt een mooie wandelroute die ook langs de vogelkijkhut aan het Beuven voert.

–    Het Lisseven in Waalre in het Burgemeester Ossepark, tussen de Koningin Julianalaan en de Hoge Duinlaan. De Lissevenlaan is hiernaar genoemd. Het is een mooi ven en in de omgeving zijn diverse korte wandelroutes door de bossen uitgezet.

–    Het Lisseven te Best.

Dit ven ligt ingekapseld tussen de Eindhovense weg, de A2 naar den Bosch, de A 58 naar de Kennedylaan en het Eindhovens kanaal. Het valt niet op tussen de grote zandafgravingen die er inmiddels allemaal in de buurt liggen, zoals de Ekkersweijer, Aquabest en de surfplas bij de nabijgelegen golfbaan. Het is nu meer een plas(je) dan een ven.

Meerbergsven

Ra ra welk ven heeft de straatnamencommissie hiermee bedoeld? Is dit het Meelbergsven of misschien het Meertjesven?

Het Meerbergsven is waarschijnlijk een verbastering van Meelbergsven. Of is het misschien een tikfout bij de straatnamencommissie? Dit ven ligt aan de Maastrichterweg in Valkenswaard, aan je rechterhand als je naar België rijdt, net even voorbij restaurant de Taamvenhoeve en vlak voor de afslag naar Schaft. Het achtvormige ven ligt op het landgoed Meelbergsven en is in particulier bezit. Er staat een hek omheen, zodat het niet vrij te bezoeken is.

De naam is ontleend aan de ‘meelberg’. Meel is een oude naam voor fijn geel zand dat men afgroef voor de aanleg van wegen en voor fundering van boerderijen.

Meel of Meijl betekent ook grens. Vroeger lag er aan de Dommel die er vlakbij stroomt een grote blauwe grenssteen die de grens aangaf tussen Valkenswaard en Schaft.

De naam Meertjesven lijkt wel wat op Meerbergsven, maar omdat die de lettergreep ‘berg’ mist lijkt het niet erg waarschijnlijk dat de straat naar dit ven genoemd is.

Dit Meertjesven is een mooi ven dat je kunt vinden door vanaf de weg van Aalst naar Valkenswaard bij de Treeswijkhoeve rechtsaf te slaan. Aan het eind van de verharding bij een vijfsprong ligt aan de rechterkant het ven. Mooi ingesloten door de wat hoger gelegen omringende bossen.

Raatven

Het Raatven is de verbasterde naam van het Raadven en ligt aan de Valkenswaardse weg in Aalst-Waalre. Schuin tegenover de Treeswijk hoeve.

Het Raadven is een mooi rond ven. Veel ronde vennen danken hun vorm aan een pingo. Een pingo was in de ijstijd een reusachtig brok ijs dat onder het zand gestoven was. Een lage zandbult met een kern van ijs. Door het smelten van het ijs ontstonden er later vennen. Vaak nog met de resten van de oude zandbult er omheen.

Veel vennen zijn genoemd naar het gebruik wat ervan gemaakt werd, zoals Wasven en Vlasrootven.

Of het Raadven ook een plaats was die we moeten zien als een plaats die vroeger gebruikt werd voor rechtspraak (raad) is niet duidelijk. Opmerkelijk is wel dat er dichtbij een Galgenberg ligt met een naastgelegen Galgenven. Een galgenveld of galgenberg was een plaats waar tot ver in de 18e eeuw na de voltrekking van een doodsvonnis de lijken enige tijd bleven hangen als afschrikwekkend voorbeeld.

Schaapsloopven

Het Schaapsloopven ligt in het industrieterrein ‘de Schaapsloop’ in Valkenswaard. Dit vind je ten noordwesten van het Leenderbos, aan de andere kant van het riviertje de Tongelreep, dat vanuit België richting Eindhoven stroomt.

Het ven heeft zijn naam te danken aan de schapen die vroeger op de heide gehouden werden.

Schapenhouderij was lang geleden het belangrijkste bestaansmiddel van de nabijgelegen oude buurtschap Zeelberg.

Voordat de schapen geschoren werden moesten ze gewassen worden en dat gebeurde in het ven.

Ook andere vennen werden op deze manier gebruikt, zo zijn onder meer het Witven en het Wasven op de Strabrechtse heide aan hun naam gekomen.

Een andere oorsprong van de naam zou kunnen zijn dat vroeger de schapen vanaf het dichtbijgelegen Scheperseind (scheper = schaapherder) langs het ven naar de heide werden gedreven.

Wie het ven wil bezoeken kan tegelijk een leuke natuurwandeling maken. Op een industrieterrein? Jawel. Langs de John F. Kennedylaan in Valkenswaard ligt een wandelpark, dat eigenlijk meer een natuurpark is. Hier liggen tussen beplante stuifduinen twee vennen die door een smal pad van elkaar gescheiden zijn. Samen vormen ze het Schaapsloopven. In het grootste staat nog veel water, het kleinste is aan het verlanden en begroeid met allerhande biezen en struiken. Zeer geschikt voor een kort bezoekje met de kinderen.

Vlasven

De naam Vlasven wijst op het gebruik om vroeger vlas in het ven te ‘roten’. Dat is het van elkaar weken van de vlasvezel, voordat er linnen van geweven wordt. Ook tussen Veldhoven en Waalre liggen in de bossen aan de Volmolenweg enkele vennen – de Vlasrootvennen – die naar dit gebruik verwijzen. Het Vlasven lag op de voormalige Knegselse Heide. Van het oorspronkelijke Vlasven is er door de vroegere ontginnningen en de daling van de grondwaterstand helaas niets meer over gebleven, evenals de andere vennen die daar lagen, met namen als Vosven en Huilven. Ze zijn rond 1950 van de topografische kaarten verdwenen en waarschijnlijk kort daarvoor in cultuur gebracht.

Vanuit Hoogeloon richting Knegsel is het een kilometertje voorbij de buurtschap Broekenseind op de wegsplitsing van het Urnenveld met de Ekkersrijte. Bij de splitsing staat een bankje. Daarop zittend kijk je uit over de weilanden en het vroegere Vlasven, waarop nu de koeien lopen. Alleen een laaggelegen stuk grond herinnert nog aan het ven.

Je kunt er mijmeren over de straatnamen. Rijte of rit betekend stroompje en Ekkersrijte is dus een stroompje dat door de akkers liep, en waarschijnlijk vroeger ook door het ven. Het Urnenveld verwijst naar de grafheuvels uit de bronstijd die hier niet zo ver vandaan op een hoge zandrug liggen in de bossen tussen Veldhoven en Vessem.

Vluttersven 

Ook het Vluttersven bestaat niet meer. Het was vroeger een langgerekt ven op de Knegselse Heide in de buurt van het gehucht Toterfout bij Oerle. Als je vanaf Oerle langs de molen bij Hoogeind rijdt, kom je op de wegkruising van de Kleine Vliet met de Grote Vliet. Een klein stukje over het zandpad doorrijden (let op het nostalgisch oude boerderijtje) tot aan het einde van het bos en je ziet links een paar honderd meter verder een laaggelegen stuk land. Dit is het vroegere Vluttersven. Het voorste stuk bouwland ligt nu droog, maar het achterste stuk is een natuurgebied dat nu langzaamaan weer vernat wordt. De straatnamen verwijzen nog naar het ven. Vlut en vliet zijn allebei afgeleid van vloeien, vlotten of vlieden. Zoals eerder gezegd werd vroeger vaak het voedselarme venwater ‘bemest’ om de visstand te verbeteren door er een stroompje door te leiden. Op de topografische kaart rond 1900 staat er vanaf het Vluttersven nog een zijtak getekend van de Bruggenrijt, een stroompje (nu een slootje) dat vroeger van de Knegselse Heide naar de Zeelster Heide (nu airport Eindhoven) liep. Aan de Grote Vliet staat nog een villa die ‘de Vlut’ heet. Het ven is waarschijnlijk kort voor 1930 drooggelegd en ontgonnen, want daarna verdween het van de topografische kaarten

Vrijkensven 

Dit ven ligt vlak bij het Wolfsven en ligt aan de uiterste oostkant naast het terrein van het recreatiepark. Komend vanaf Geldrop bij de eerste rotonde driekwart rond en daarna rechtsaf de Eksterlaan in. Op de eerste kruising links richting Spechtlaan. Achter de afrastering ligt het ven met een aantal bungalows en een enkele villa aan de overkant. Het is het natuurgebied en restant van het oude Vrijkensven dat zich vroeger ook naar het zuiden uitstrekte.

Van dit ven heb ik de betekenis van de naam eerst niet kunnen vinden. Is het een verbastering van Vleikensven, zoals een oude Mierlonaar in de buurt het noemde? Dat lijkt niet onaannemelijk, want vlei is een oude naam voor (water)vlakte.

Hoe is het Vrijkensven dan aan zijn naam gekomen? Sjef Vrijken uit Gijzenrooi heeft dit raadsel voor me opgelost. Hij is in oude archieven gedoken bij het zoeken naar de herkomst van zijn naam en heeft en passant de betekenis van het Vrijkensven achterhaald.

Vrijken komt niet van vrij, maar van Vreek, dat op zijn beurt weer afgeleid is van Vredewijk.

Een vredewijk was de plaats waar vroeger een volksvergadering geschillen beslechtte. ‘In vrede legde’ heette dat. Zo’n volksvergadering had een beetje de status van een rechtbank en een gemeenteraad samen.

Het Vrijkensven ligt bij een oud-Germaans middelpunt op de oude Mierlose Heide tussen Mierlo en Geldrop – nu Molenheide – waar een urnenveld en twee heuvelrijen – die duidelijk ooit tot een plaats van samenkomst hebben gediend – allerlei voorstellingen uit vroeger tijden bij ons wakker roepen, want op deze heide ligt behalve het Vrijkensven ook het Galgeven. 

De plaats van rechtspraak en de plaats van terechtstelling lagen kennelijk niet ver van elkaar vandaan.

Ook in Eindhoven is er waarschijnlijk een Vredewijk geweest. De naam van de huidige Vrijstraat die in de 14e en de 15e eeuw nog als Vrijc(k)straet geschreven werd, is hiervan vermoedelijk afkomstig.

(Bron: “Brabants Heem”, 1950)

Wolfsven

Het Wolfsven is gemakkelijk te vinden. Als je van Geldrop naar Mierlo rijdt ligt het aan de linkerkant van de weg. Gewoon de borden ‘Wolfsven’ volgen, want het ven is nu een zwembad geworden, compleet met bungalows, camping, midgetgolf en dagrecreatie. Op een zomerse dag het ven verkennen is dus goed te combineren met een dagje uit. Er zijn verschillende recreatieplassen, maar als je na de ingang linksaf gaat, dan is de achterste hoefijzervormige plas het originele Wolfsven. De naam bestaat al vanaf 1315, toen de Heer van Mierlo het in zijn testament vermaakte.

De naam was toen nog Wolfaardsven, genoemd naar Wolfaard of Wolfert.

Dat er ooit een jonge wolf op het eilandje in het ven gevonden zou zijn, hoort tot de legenden van de streek.

Een ander, minder bekend Wolfsven ligt vlak bij de Achelse Kluis, net over de grens met België. Ernaast ligt het Kerkven, dat zijn naam ontleent aan de kerk (de voorloper van de Achelse Kluis), waarvan de complete fundering met vloer en al nog steeds in een bosje ligt. Er staat ook nog een groot houten kruis. Ga tegenover de Kluis de Leenderhei op, de Petrus van Eijnattenweg, en neem het eerste (lemen) fietspad rechts. Na een kilometer rechtsaf, een bord verwijst naar de oude kerkplaats. Daar aangekomen rechtsaf en je komt bij het kleine ven. Een mooie cultuurhistorische wandeling of fietstocht, te combineren met een bezoek aan de Achelse Kluis, compleet met winkel, restaurant en een heerlijke trappist

Zwanenven

Waaraan denk je bij de naam Zwanenven?

Aan een heldere plas in het bos met hier en daar een plukje riet, een eilandje, veel witte waterlelies en een mooie zwaan in het midden? Precies zó ziet het Zwanenven eruit. Alleen de zwaan kan ik niet blijvend garanderen. Erg mooi, maar weer op een andere manier dan b.v. het Berkven. Minder ruig, maar in een natuurpark met een natuurleerparkroute.

Waar je het zoeken moet? In Weert, langs de Zuid-Willemsvaart, ter hoogte van sluis 16 bij het zwembad ‘de IJzeren Man’, dichtbij het Eendenven. Geen Brabants maar een Limburgs ven dus.

In het Grenspark Kempenbroek met een klimbos, een kinderboerderij en allerlei wandelroutes waaronder een rolstoelpad liggen tegenover het zwembad aan de Kazernelaan 4 vennen.

Het Zwanenven is het tweede ven vanaf de ingang. Compleet met bank en een ‘zintuigenpark’ voor de kinderen.

Aardig is ook de kinderboerderij  bij het klimbos, dicht bij de ingang van het park.. Dit is geen ven, maar is vroeger ooit uitgegraven. Aan de graafmachine is de naam IJzeren Man ontleend.

Tekst : Kees van Vessem

Foto : Wiefse Coebergh van den Braak